DRIE CONCRETE ACTIEPUNTEN

Klinkt het allemaal wat vaag of abstract? Denk je dat dit alleen mogelijk is in grote steden of met stevige budgetten? Wij serveren je DRIE CONCRETE
ACTIEPUNTEN en illustreren die met een kleine selectie aan voorbeelden uit alle hoeken van Vlaanderen, in verschillende kunstdisciplines, en zowel op maat van steden als kleinere gemeenten.

We weten dat er veel meer voorbeelden zijn, die minstens even waardevol
zijn. De gekozen good practices illustreren vooral de actiepunten van dit memorandum.

Laat het je inspiratie bieden!


Hieronder vind je per actiepunt meer tekst en uitleg om je door te laten prikkelen.

1. ZICHTBAARHEID

Amateurkunstenaars voeden de samenleving.
Zet hen op lokaal niveau in de schijnwerpers.

De meeste amateurkunstenaars willen optreden, spelen, gezien, gehoord, gelezen en/of bewonderd worden. Ze zijn op zoek naar communicatiekanalen, een publiek en erkenning. Dit blijkt ook uit het eerder genoemde onderzoek:

⟶ Amateurkunstenaars willen hun werk tonen aan een breed publiek en dat in alle kunstdisciplines. De nood ligt vooral heel hoog bij theater (24%), zang (21%) en muziek (19%).

⟶ Amateurschrijvers en -zangers signaleren vooral de nood aan promotionele ondersteuning: zang (33%) en schrijven (20%).

⟶ Het aantal ‘occasionele amateurkunstenbeoefenaars’ is in het afgelopen decennium met maar liefst 10% toegenomen. Dat vraagt om een nieuwe focus in het beleid.

De eerste plek waar amateurkunstenaars aankloppen is doorgaans de lokale vrijetijdsdienst. Er zijn lokaal nog heel wat uitdagingen om amateurkunstenaars prominenter in beeld te brengen en de zichtbaarheid van deze kunstbeoefenaars te vergroten. Die zichtbaarheid draagt bij aan de positieve beeldvorming en de kracht van amateurkunsten, namelijk: ontmoeten – ontplooien – verbinden.

Investeren in de visibiliteit van lokaal talent loont. Je krijgt er veel voor terug. Zoals goesting, dynamiek, meer verbinding, welbevinden en een versterkt sociaal weefsel.
Bovendien help je zo om lokale toptalenten ook bovenlokaal onder de aandacht te brengen en te laten doorgroeien. Gooi daarom alles en meer in de strijd om amateurkunstenaars een podium te bieden: nieuwsbrieven, infokranten, sociale media, fotoreportages, kleine ingrepen en grote evenementen. Kunst in de vrije tijd verdient niet-aflatende aandacht en waardering.

CONCRETE AANBEVELINGEN

⟶ Omarm lokale amateurkunstenaars door hen zichtbaarder te maken.

⟶ Erken de rijkheid en diversiteit van amateurkunsten door oog te hebben voor alle disciplines, alle organisatievormen – zowel individueel als in groep – en alle opleidingsniveaus.

⟶ Word ambassadeur voor je lokaal talent, voor jouw lokale helden. Benoem hun waarde telkens opnieuw en open deuren voor extra speel- en toonkansen.

laat je inspireren door GOOD PRACTICES


2. INFRASTRUCTUUR

Amateurkunstenaars hebben nood aan infrastructuur.
Faciliteer broedplaatsen om (samen) te creëren, plekken om creaties te tonen.

Amateurkunstenaars hebben in hun directe omgeving, in hun stad of gemeente, een plek nodig om (samen) artistiek bezig te zijn.
Betaalbare, aangepaste plekken voor amateurkunstenaars om te repeteren, te presenteren en materiaal te stockeren. Plekken waar kunstenaars elkaar treffen kunnen bovendien ook onverwachte ontmoetingen en nieuwe cross-overs tot stand brengen. Zo’n plekken kunnen een interessante voedingsbodem zijn voor innovatieve lokale of regionale samenwerkingsverbanden. Uit het eerder genoemde onderzoek blijkt dat 1 op 5 amateurkunstenaars meer of betere toegang nodig heeft tot speel- en toonplekken.

⟶ Er is en blijft nood aan meer en betere toegang tot infrastructuur zoals repetitieruimtes en ateliers.

⟶ Geschikte infrastructuur is vooral een vraag van beoefenaars van muziek (29%), theater (29%) en zang (28%).

⟶ Amateurkunstenaars hebben steun nodig om hun creatieve hobby betaalbaar te maken. Dit vooral bij zang (24%) en beeldende kunst (20%).

De roep om ruimte is niet nieuw, maar werd voor lokale besturen doorheen de jaren steeds complexer. Er zijn veel vragen, veel betrokkenen en het prijskaartje stijgt. Zeker nu hoge energieprijzen en allerlei bijkomende regelgeving van tel zijn, denk aan: geluidsnormen, luchtkwaliteit, duurzaamheid, ruimtelijke planning, enz. Een (dreigende) daling van infrastructuur hypothekeert echter de werking van verenigingen en individuele amateurkunstbeoefenaars. Aan lokale besturen om verder te reflecteren over multi-inzetbaarheid van (leegstaande) panden, herbestemming of het delen van ruimte.

CONCRETE AANBEVELINGEN

⟶ Streef naar een meerjarenplan dat alle (boven)lokale noden van amateurkunstenaars in kaart brengt en gefaseerd oplossingen (inclusief middelen) aanreikt.

⟶ Er komen heel wat klimaat- en energiedoelstellingen op ons af. Duurzame gebouwen zijn de toekomst. Schuif de hoge kosten niet af op de zaalgebruiker, maar investeer als stads- of gemeentebestuur zelf in duurzame renovatiewerken.

⟶ Wees creatief in het ruimtegebruik in jouw stad of gemeente. Ga na wat kerken, parochiale gebouwen, leegstaande (handels)panden, culturele en jeugdinfrastructuur of scholen kunnen betekenen. Onderzoek en benut alle mogelijkheden, ook de minder voor de hand liggende.

⟶ Amateurkunstenaars organiseren ook maak-, speel- en toonkansen in de openbare ruimte. Ondersteun dat voluit en maak het aanvragen van vergunningen zo eenvoudig en beperkt mogelijk.

⟶ Trek bij contracten, verzekeringen, veiligheid en dergelijke de kaart van verenigingen en kunstbeoefenaars. Bemiddel waar nodig. Haal de lat naar beneden waar het kan.

laat je inspireren door GOOD PRACTICES


3. SAMENWERKING

Amateurkunstenaars zijn meesters in samenwerking met andere sectoren zoals (deeltijds kunst)onderwijs.

Steden en gemeenten herbergen een patchwork aan kansengevers. Denk aan cultuurminnende jeugdhuizen, kunsteducatieve hotspots, het dichte weefsel van academies en cultuurcentra als centrale spil. Daarnaast zijn er ook de amateurkunstenaars. Zij zorgen voor verbinding en dat niet alleen over kunstdisciplines of generaties heen. Ze leggen ook vaak – soms onbewust – linken met welzijn, professionele kunsten, jeugd en onderwijs.

Naast de sociale en artistieke component van amateurkunsten staat educatie centraal. Kunst opent de blik, roept verwondering op, stimuleert creativiteit en kritisch denken. Belangrijke 21ste-eeuwse vaardigheden die ons helpen om de toekomst vorm te geven. Zo leren amateurkunstenaars levenslang en levensbreed. Dat kan op informele en formele wijze.

Scholen kunnen ongetwijfeld (nog meer) bijdragen aan die leergoesting. Hun opdracht is namelijk de brede ontwikkeling van de mens en daar dragen kunst- en cultuur zeker toe bij. Ook lokale academies kunnen hierin een cruciale rol spelen. Net als het lokale verenigingsleven, een netwerk van individuele kunstenaars of het (muziek)clubcircuit.

En de lokale beleidsmaker of cultuurprofessional? Die is goud waard als bruggenbouwer. Om de neuzen in dezelfde richting te zetten of vervolgtrajecten aan elkaar te rijgen.

⟶ Amateurkunstenaars leren hun leven lang. Binnen of buiten het deeltijds kunstonderwijs, bv. in de vereniging waar ze actief zijn.

⟶ De piek om aan kunst te doen, ligt tussen 6 en 18 jaar.

⟶ Bijleren en professioneler worden, spelen een grotere rol voor amateurkunstenaars die een band hebben met een lokale amateurkunstenvereniging of één of meerdere van de amateurkunstenorganisaties.

⟶ 27% van de amateurkunstenaars heeft ooit les gevolgd in de academie.

CONCRETE AANBEVELINGEN

⟶ Heb als stad of gemeente aandacht voor talentontwikkeling en draag er zorg voor. Zie het als een gedeelde verantwoordelijkheid van verenigingen, koepels, cultuurdiensten en (deeltijds kunst)onderwijs. Verwijs door waar nodig. Heb vertrouwen in elkaar.

⟶ Betrek het reguliere onderwijs bij je amateurkunstenbeleid.

⟶ Verken en verdiep de samenwerking tussen lokale amateurkunstenaars en academies. Raadpleeg de tips online.
www.akdko.be

laat je inspireren door GOOD PRACTICES